Rouw om een vrouw 2

Ik zie en herken bij mezelf een neiging om bepaalde vrouwen, waarmee ik in relatie ben geweest, in mijn gedachten te houden.
Deze vrouwen spelen verschillende rollen. Ze geven mij bevrediging, koestering en welbehagen. Tegelijk zijn ze ook wat koud en op afstand. Ze weerhouden mij op een bepaalde manier om andere intieme relaties aan te gaan. Houden mij bezig en op afstand.
Typerend is dat deze vrouwen ook trauma, wantrouwen en onveiligheid kennen. Ze kunnen defensief, fel en furieus worden. Tegelijk kunnen ze plots weg uit contact gaan. Verdwijnen, verlaten en alles achter laten.
Ik herken deze dynamiek als kind van mijn moeder.
Ik durf hem diep in mij te herkennen. Want ergens leef ik deze ook uit in contact met mezelf en de ander.
Tot mijn verwondering kan ik dit nu steeds bewuster doorzien. De manier waarop ik mij tot mijn moeder heb verhouden als kind. Is dezelfde manier waarop ik met sommige vrouwen omging. Ze lijken qua frequentie ergens op haar.
Interessant dat ik deze vrouwen in mijn gedachten en fantasie blijvend een rol laat spelen. Want ik laat ze nog niet echt los. Ze vervullen blijkbaar nog een verborgen actieve rol.
Ik herken hier een oude verstrengeling van iets nodig hebben wat ik niet krijg. Een niet accepteren dat mijn verlangen onwerkelijk is. Namelijk een diepe begeerte om helemaal ontmoet en gezien te worden.
Tegelijk weerspiegelen deze vrouwen mijn relatie met mijn innerlijke vrouwelijke aspecten. In de diepte van mijn onderbuik ken ik nog oude angst en woede voor verlating. Wantrouwen naar liefde. Gebrek aan veiligheid en voeding. Angst om overgenomen te worden door emoties van de ander en mezelf te verliezen.
Iets in mij ervaart onveiligheid en staart super alert naar mogelijk gevaar. Klaar om in mijn hoofd en de overleving te schieten.
Nu ben ik in de afgelopen tijd aangetrokken tot een nieuwe vrouw. Stap voor stap openen we naar elkaar. Warm nieuwsgierig, aftastend en spannend. Een mezelf steeds verder openen, de ander dieper ontvangen en mezelf meer en méér geven.
Nu ervaar ik in dit proces een diepe oude angst om verpulverd te worden. Om onder de invloedssfeer van een vrouw te worden verzwolgen. Het is een diepe angst voor leven en dood. Dat wanneer ik mij geef aan deze potentiële liefde, ik mijn leven geef en mezelf verlies. Dat ik dood ga, ophoud te bestaan en opgeslokt word.
Precies daar waar ik deze nieuwe vrouw binnen laat en ruimte geef. Komen die andere twee vrouwen in mijn gedachten en fantasie stroom tevoorschijn. Ik laat me door hen verleiden en dus ook afleiden. Ze lijken hier een belangrijke rol te spelen, namelijk om mij te behoeden voor pijn. Om hier van weg te gaan en samen met hen te verdwijnen.
Door hier open en transparant over te durven delen kan ik herkennen dat ik het doodeng vind. Opnieuw een diepe intieme relatie aangaan. Hierdoor krijg ik meer compassie en begrip voor die twee verinnerlijkte vrouwen. Maar ook voor mijn moeder. Hun aanwezigheid is op een gekke manier dienend.
Het helpt me doorzien dat ik in de overleving schiet als het spannend wordt. Dat ik dan ook wat kouder en afstandelijker word, zodat ik mezelf niet meer laat raken. Hier verlaat ik zelf het deel in mij wat juist zo graag ontmoet wil worden.
Ik ervaar dat ik voor een poort sta, naar iets nieuws. Dat ik bereid ben om groei te ervaren. Om tegelijk vertrouwen én doodsangst te ervaren. Om mijzelf in overgave te geven en te durven verliezen in relatie. Terwijl ik tegelijk loyaal en trouw blijf aan mezelf.
Iets in mij verzacht en wenst te herkennen en te erkennen wanneer ik koud, afstandelijk of strijdvaardig word. Vanuit een zelfliefde die ruimte wenst te maken voor mijn eigen zelfzorg hierin.
Ik wens in relatie trouw en in verbinding te blijven met mijn eigen primaire behoeften en grenzen.
In de diepste laag gaat de rouw om een vrouw over de relatie met mijn moeder. Rouwen over waar ik niet ontmoet ben. Tegelijk de ruimte te betreden waarin ik bereid ben om mijzelf wel te ontmoeten. In alles wat ik ben en ervaar. Ongeacht of ik daar per definitie in ontvangen word.
Loskomen van zorgdragen voor haar overleving. Ten diepste stoppen met al mijn vermogen te richten om voor haar veiligheid, gemoed en verwachtingen te zorgen. Te stoppen met strijden, bewijzen en te lang blijven in situaties die niet voedend zijn. Om weg te mogen als het té wordt, om later weer terug te kunnen komen in liefde.
Rouw om een vrouw gaat hier voor mij over:
‘Ik wil vrij zijn’.
‘Ik wil leven’.
‘Ik wil voelen’.
‘Ik wil beschikbaar zijn’.
‘Ik ben tevreden met mij’.
‘Ik open mezelf steeds weer opnieuw voor liefde’.
Diepe dank en buiging voor de vrouwen en mannen die ik heb mogen ontmoeten. Die vanuit hun vermogens mij gespiegeld hebben waar ik zo diep naar verlang. Om in contact het diepst mijzelf te ontmoeten.
Prachtige reis dit, lekker om steeds helderder en wakker te worden. Ook al weet ik steeds minder ik krijg steeds méér verwondering voor de wonderbaarlijke wereld waarin we leven.